KLEURLOZE
WATERAFSTOTENDE
IMPREGNERING
VOOR BETON
(>>THORO ENVIROSEAL 20<<)

1.Inleiding

Het zichtbaar beton (zowel vertikaal als horizontaal) zal geïmpregneerd worden met een watergebaseerd (zonder solventen), kant-en-klaar product op basis van alkylalkoxysilanen.

2.Materiaalbeschrijving (>>THORO ENVIROSEAL 20<<)

Voor een onzichtbare ademende en waterafstotende bescherming van verticale en horizontale vlakken zal een watergebaseerd impregneermiddel op basis van alkylalkoxysilanen gebruikt worden.
Het product is toepasbaar op beton en zowel horizontaal als vertikaal.
Na impregnering wordt vochtindringing verhinderd, zodat vocht- plekken, uitbroeiingen, vorstschade, mosgroei en vervuilingen voorkomen worden en wordt het beton beschermd tegen indringing van chloride-ionen. Na de behandeling blijven het beton ademend.
Door het laag moleculair gewicht heeft het product een groot indringingsvermogen.
De behandeling is toepasbaar op licht vochtige ondergrond, is niet kleverig na opdroging, is loog-, zout-, en hittebestendig, en is bestand tegen inwerking van UV-straling.
Fysisch uitzicht: witte, melkachtige vloeistof.
Het product is klaar voor gebruik en mag op de werf niet verdund worden.
Actief ingrediënt: alkylalkoxysilanen.

Technische gegevens (a)

Densiteit
Vaste stofgehalte
Ontvlammingspunt
Houdbaarheid (min.)
Hoeveelheid vluchtige organische bestanddelen
Water absorptie
Chloride diffusie
:
:
:
:

:
:
:
1,010 kg/l
20 gewichts%
> 93°C
12 maanden

< 350 g/l
5.3 à 8.3 % t.o.v. onbehandeld
93% reductie t.o.v. onbehandeld

(a) Typische waarden - Alle testen werden uitgevoerd in een temperatuur geconditioneerde omgeving van 21°C.

Verbruik : 3 à 10 m²/l . Het werkelijke verbruik hangt af van de poreusheid en de oppervlaktetoestand van het beton oppervlak. Bij grotere oppervlakken en/of bij twijfel zal een testoppervlak behandeld worden om het verbruik te bepalen.

Verpakking : 5, 20 en 204 liter


3. Uitvoering

3.1.Voorbereiding.

Het te behandelen oppervlak moet zuiver zijn, vrij van vlekken, uitbloeiingen, verfresten, en andere mogelijke bevuilingen. Voorafgaandelijke reiniging kan noodzakelijk zijn.
Het oppervlak moet bovendien structureel gezond zijn.
Scheuren en slechte voegen moeten hersteld worden met een kwaliteitsmortel, bij voorkeur van dezelfde fabrikant.

3.2.Verwerking.

Voer een testapplicatie uit op een klein deel van het te behandelen oppervlak vooraleer het hele oppervlak te behandelen om zich ervan te vergewissen dat de beoogde resultaten en het verwachte rendement worden verkregen. Oppervlakken van nieuw beton moeten zuiver zijn, vrij van zand, stof, vuil, olie, vet, chemische lagen, bekledingen of andere verontreinigingen die de penetratie van het product kunnen verhinderen. Een hoogdrukreiniging, zandstralen of gritstralen kan vereist zijn om de gewenste oppervlaktetoestand te verkrijgen.

De behandeling van de voegen en de herstelling van het beschadigde beton moeten voor het aanbrengen van het impregneermiddel gebeuren. Afdichtingsprodukten 6 tot 12 uur (of meer) laten uitharden vooraleer de behandeling te beginnen (zie hiervoor de betreffende technische productbladen).
De temperatuur van het te behandelen oppervlak, van het product en van de omgeving moet tijdens de applicatie tussen 5°C en 35°C liggen.
Het product mag niet aangebracht worden als de temperatuur binnen de 12 uur na de applicatie onder de 5°C zou kunnen dalen, of als er kans is op regen binnen de 4 uur na de behandeling. De te behandelen oppervlakken mogen lichtjes vochtig zijn. Het product mag niet worden aangebracht als vorst, ijs of staand water op het te behandelen oppervlak zichtbaar zijn. Beschermen tegen vorst.
Aanbrengen tot verzadiging, met behulp van lagedrukspuit.
Bij horizontale oppervlakken het impregneermiddel uitgieten en gelijkmatig met een borstel verdelen. Het gemiddeld verbruik bedraagt 3 tot 10m² per liter; afhankelijk van de poreusheid en de oppervlaktetoestand van het beton.
Het is aan te bevelen om de behandelde oppervlakken slechts na een wachttijd van minstens 4 uur in gebruik te nemen, om een optimale penetratie mogelijk te maken.
Het gereedschap kan met zeepwater worden gewassen.

3.2.Verwerking.

De vloeistof moet overvloedig op het oppervlak aangebracht worden door middel van een lagedrukspuit. Als het product 20 cm afloopt, dan is de optimale verzadiging bereikt.
Het product wordt in één laag aangebracht.

De voorschriften van de fabrikant - vermeld in het technisch bulletin - zullen bij de volledige uitvoering gevolgd worden.

4. Meetkode

Herstellingen : S.O.G.
Impregnering : m2